Zhuangzi was eens aan het vissen in de rivier de Pu. De prins van Chu zond twee vice-kanseliers naar hem toe, die een officieel document bij zich hadden en ze zeiden: "Hierbij benoemen wij u tot Eerste Minister." Zhuangzi die zijn hengel vasthield en in de rivier de Pu bleef staren, zei : "Men heeft mij verteld dat er een heilige schildpadschaal is, waarvan de drager drieduizend jaar geleden geofferd en heilig verklaard is, en vereerd door de prins. Hij is omwikkeld met zijde en ligt in een kostbare schrijn op een altaar in de Tempel. Wat dunkt u, is het beter zijn leven te verliezen en een schaal achter te laten die in een wolk van wierook drieduizend jaar lang als cultusobject wordt vereerd, of is het beter als een gewone schildpad te leven en zijn staart achter zich aan door de modder te slepen ?" "Voor de schildpad," zo zei één van de twee vice-kanseliers, "is het beter zijn staart achter zich aan door de modder te slepen." "Ga dan terug!" zei Zhuangzi "en laat mij hier mijn staart achter mij aan door de modder slepen." |